Het antwoord!
In de jaren ’60 kreeg je aan het einde van het schooljaar een papieren schoolrapport, een klein, vaak blauw boekje waarin je schoolprestaties met de hand werden opgeschreven. Elk vak had zijn eigen regel, met cijfers van 1 tot 10. Naast de cijfers stonden er ook persoonlijke opmerkingen van de leraar, zoals “doet goed zijn best” of “moet zich beter concentreren”.
Ouders bewaarden deze rapporten zorgvuldig, want ze waren een belangrijk document dat je vooruitgang liet zien. Een leuk feitje is dat er vaak ruimte was voor handtekeningen van ouders, wat het een echt officieel document maakte.
Vandaag de dag zijn papieren rapporten grotendeels vervangen door digitale versies, die je gemakkelijk online kunt bekijken. De tijden zijn veranderd; waar je vroeger met spanning op je rapport wachtte, is het nu slechts een kwestie van inloggen op de computer om je cijfers te zien.