Ben je geboren vóór 1960? Herken deze 10 dingen die alleen jij nog zult weten!

In de jaren ’60 en ’70 was het heel gewoon dat kinderen tot in de avond buiten bleven spelen. De hele dag buiten zonder ouders die toezicht hielden, was de standaard. Ze besteedden hun dagen rennend over straat en spelend met vrienden aan spelletjes zoals tikkertje, verstoppertje en hinkelen. Zodra de straatverlichting aan ging, was het tijd om terug naar huis te keren.

Kinderen, vooral meisjes, genoten volop van touwtje springen. Ze deden dit zowel alleen als in groepjes, vaak begeleid door gezongen rijmpjes. Een andere rage was elastieken, waarbij twee kinderen elastieken om hun benen hadden en een derde kind overheen sprong in verschillende ritmes.

Het was heel normaal dat kinderen er zelf op uit trokken zonder dat volwassenen hen in de gaten hielden. Ze sprongen op hun fietsen en verkenden de omgeving, soms zonder fietshelm. Of het nou een bos in de buurt, een kabbelend beekje, of een open veld was, ze beleefden avonturen met hun ouders in het ongewisse over hun locatie.

Oude jeugdactiviteiten

Hutten bouwen in het bos was een favoriete bezigheid onder kinderen. Met takken, bladeren en andere materialen uit de natuur creëerden ze hun eigen geheime plekje. Daar fantaseerden ze samen met vrienden en maakten ze plannen.

Verzamelen was een geliefde hobby. Veel kinderen hadden uitgebreide verzamelingen van postzegels of suikerzakjes, die ze met elkaar ruilden. Postzegels kwamen vaak van brieven uit verre landen en hadden ieder hun eigen verhaal.

De meeste gezinnen hadden destijds maar één televisie en weinig zenders. Hierdoor was televisie kijken een bijzondere aangelegenheid. Programma’s zoals “Swiebertje”, “Pipo de Clown” of tekenfilms van “Looney Tunes” hielden hen geboeid. Deze kostbare momenten werden zeer gewaardeerd omdat ze niet vaak voorkwamen.

Knikkeren was een serieuze zaak op het schoolplein. Kinderen hadden zakken vol met knikkers, van glazen bollen tot kattenogen, en met veel enthousiasme probeerden ze elkaars knikkers te winnen. Het zorgde voor flink wat competitie.

Veel gezinnen hadden een radio in huis. Dit apparaat bracht de nieuwste muziek en vaste programma’s zoals de “Veronica Top 40” of “Koffietijd” dichterbij. De gewoonte om naar de radio te luisteren maakte deel uit van het dagelijkse leven.

In hun vrije tijd lazen kinderen graag strips. Ze spaarden reeksen zoals “Kuifje”, “Suske en Wiske”, “Asterix” en “De Rode Ridder”. Deze stripboeken namen hen mee in spannende verhalen en verre landen en werden vaak geruild met vrienden.

Om een centje bij te verdienen, gingen kinderen langs bij buren voor een “heitje voor een karweitje”. klusjes als auto’s wassen, boodschappen afleveren of bladeren harken leverden een klein zakcentje op. Het was een praktische manier om wat geld te verdienen.

Herken je nog iets van deze oude favorieten? Laat het ons weten!